Katyayani (1959)
gedicht van de maand
Katyayani (1959)
Gedicht van een nachtwaker
’s Nachts om precies vijf over half twaalf spreekt op G.B. Road in Delhi een vrouw een prijs af met een klant. In een stadje in Palamu probeert een kwakzalver in het halfdonker alle mogelijkheden uit om bij een vrouw abortus op te wekken. In Barmer jammert een vrouw bij het lijkje van een kind. In een gelegenheid in Bombay heeft een vrouw dansend in het paarsblauwe licht haar laatste kledingstuk uitgetrokken en voordat ze dat ook doet maakt ergens in een huis een andere vrouw zorgvuldig haar werk in de keuken af. Nadat ze als vanzelfsprekend is misbruikt wordt in Maharajganj een hulparbeidster in een steenoven geduwd en ergens in Bilaspur stopt een andere vrouw bladeren in haar oven. In diezelfde nacht op diezelfde tijd wordt in het land van Nelson Mandela het podium opgebouwd voor de Miss Worldverkiezing. In een verlaten straat zegt een jonge man tegen een jonge vrouw -- ik hou van je. Terwijl de dichter na een licht avondmaal een sigaretje rookt nodigt hij deze vrouw die de wereld vertegenwoordigt met klem uit in de wereld van zijn poëzie denkend dat ze misschien niet komt, omdat ze zoveel liefde, zoveel respect, zoveel gelijkwaardigheid niet gewend is. Ze aarzelt. Ze weet zich geen raad.
Uit de bundel Is paurushpurn samay men, New Delhi (Vani Prakashan) 1999.
Vertaling: Lodewijk Brunt en Dick Plukker, Ik zag de stad. Moderne Hindi-poëzie, Amsterdam (India Instituut, 2006)
Lees de Hindi tekst van ‘Gedicht van een nachtwaker’ van Katyayani in een nieuw venster.
Of ga terug naar Gedichten van de maand.